Column: Kwestie van geduld

Afgelopen vrijdag was het zover, naar het concert van Rowwen Hèze. Al sinds de zomer had ik het streven om eens een concert van hen bij te wonen, voornamelijk vanwege twee nummers in het bijzonder: ‘Bestel mar’ en ‘Limburg’. Dat neemt overigens niet weg dat ik veel meer ken van het repertoire. 

Hoe mooi is het dan, om een concert bij te wonen ín Limburg, mét een zaal vol Limburgers? Sinds halverwege vorig jaar, bestaan mijn dagen uit een nieuwe invulling. Een vriendje uit Limburg. Toen ik er voor het eerst kwam, leken mijn tegensprekers wel op Duitsers: mit, mich, dich, auch - enzovoorts. Echter, naarmate de tijd voorbij gaat, kun je bepaalde verbanden leggen in complete zinnen evenals het ‘raden’ van woorden en simpelweg logisch nadenken. Al is het Limburgs totaal onlogisch. Voor een immigrant is het Nederlands één van de lastigste talen, laat staan een dialect. 

Rowwen Hèze dus. Het mooie was, dat ik ineens veel meer van de liedjes kon verstaan. Ik wist eindelijk wat er werd gezongen, vooral waarover. Ik betrapte mij er zelfs op, dat ik sommige woorden niet eens meer vertaalde in mijn hoofd. Een Limburgs woord, dat was het Limburgse woord. Ik wist de betekenis. Ik had de Nederlandse vertaling in sommige gevallen niet meer nodig. 

"Weej goan allemoal, oh, oh, oh", zong de zaal. Gevolgd door de zin “met de neus umhoeg”. Ik zong mee, want het liedje kende ik al. Aan het eind van dit liedje, vroeg ik aan mijn vriend of het liedje over de dood ging. Ik had de link gelegd: wanneer je in de kist ligt, is je neus gericht richting de hemel. In combinatie met ‘dat wij allemaal gaan’, moést het onderwerp wel ‘ingekist’ zijn. 

Tijdens het concert zong Roxeanne Hazes het liedje ‘Limburg’ mee middels een video op de achtergrond, wat ooit de titelsong van de film ‘Kwestie van geduld’ is geweest. Een mooi liedje, en de film (klik) ga ik zeker bekijken gezien het over een Amsterdammer en Limburgse gaat. Een herkenningspunt in onze relatie. 

Na de show leek het alsof ik mijn staatsexamen ‘Limburgs’ had gehad. Of ik ben geslaagd? Ik heb een groot deel van de liedjes kunnen verstaan. Niet met de hakken over de sloot, niet cum laude - een ruime voldoende al vond ik zelf. 

Of een ruim voldoende misschien niet een tekortkoming richting mijzelf is? Wellicht wel. Ik heb immers inmiddels mijn eigen tegeltje laten bedrukken, met een zelfbedacht Limburgs spreekwoord. Tja.