Tongbrekers. Je kent ze wel, die zinnen die voor sommigen moeilijk zijn om in één adem uit te spreken. Een bekende is 'de kat krabt de krullen van de trap', maar er is er vooral één waarbij ik mijn vraagtekens plaats.
Waar het vandaan komt, wie het heeft bedacht en vooral - of het een sprookje of waargebeurd verhaal is. Ik heb het over Liesje en Lotje.
De welbekende kreet, 'Liesje leerde Lotje lopen langs de Lange Lindelaan'. Wie is Liesje, en wie is Lotje? Zijn het zussen? Dat zou voor de hand liggen. Twee zusjes die aan de Lange Lindelaan wonen.
Voor de gevorderde tongbrekeruitsprekers, zijn er nog twee vervolgzinnen op bovenstaand. Namelijk, 'maar Lotje wou niet leren lopen dus liet Liesje Lotje staan' en 'toen Lotje goed kon lopen, is zij weer naar huis gegaan'.
In beide gevallen, heeft Liesje, Lotje dus achtergelaten. Of eerder, ironisch gezegd, aan haar 'lot' heeft overgelaten. Zielig eigenlijk, hè?
Dat je als grote zus, de verantwoordelijkheid hoort te dragen maar in plaats daarvan 'tabee' roept. Tenzij het natuurlijk geen zusjes waren.
Wellicht waren het vriendinnen of zelfs toevallige passanten die elkaar toevalligerwijs op dat moment hebben leren kennen, waaruit bleek dat Lotje moest revalideren.
Dat Liesje wellicht wel ooit in aanmerking kwam voor een lintje vanwege het verrichten van een goede daad, maar dat nooit heeft gehad. Daar ga ik dan maar vanuit - want er zijn geen officieuze documenten over.
De zin doet ook vermoeden, dat het slechts een inleiding en slot is van het hele verhaal. Dat de kern mist. 'Liesje leerde Lotje lopen langs de Lange Lindelaan'. Wat gebeurde er in de tussentijd, is het leren-lopen diezelfde middag nog gelukt?
Of duurde het leren-lopen wekenlang en zijn zij iedere dag, huiswaarts gekeerd omdat hun moeder riep dat het eten klaar was? Ja, nogmaals, ik ga er maar vanuit dat het zussen zijn geweest.
Liesje en Lotje dus. Het blijft voor mij een mysterie. En, waar is in hemelsnaam die Lange Lindelaan? Een simpele zoekopdracht schept daar mogelijk duidelijkheid over. De Lange Lindelaan zou eigenlijk de straat 'Lange Voorhout' in Den Haag zijn. Vanwege de hoge bomen, werd het 'de Lange Lindelaan' genoemd.
Twee Haagse meisjes. Waarvan ik niet zeker weet of het zusjes waren. Misschien wel twee corpsballen van het plaatselijke studentencorps. Dat Liesje en Lotje vervolgens ook weer simpelweg afkortingen zijn van Annelot en Annelies.
Ach. We dwalen af.
Op het moment dat ik de pen wil neerleggen, kom ik er achter dat André van Duin er ooit eens een liedje over zong. Met de welbekende zin.
Maar in het liedje is het geen Liesje, maar Leentje. Een derde persoon, of eenzelfde persoon.
We zullen het nooit te weten komen. Zo blijft het mysterie van Liesje en Lotje voortduren. Als een onopgeloste tongbreker in de geschiedenisboeken over onze taal. Misschien lopen verre nakomelingen inmiddels wel iedere dag langs die Lange Lindelaan, zonder het te weten.
Maar één ding is zeker: als je ooit Liesje en Lotje tegenkomt, desnoods de vermeende Leentje, zorg dan dat je loopschoenen bij de hand hebt. Je weet immers nooit wanneer je een loopmaatje nodig hebt langs die Lange Lindelaan.