De beste kerst vind ik een rustige kerst

Of ik nog wat te klagen heb met kerst - nou, genoeg. Een column over kerst met daarbij het doel om vooral te klagen - lijkt bij mij traditie geworden. Niet eens over de wereld die in brand staat – zelfs op plekken waar het gedurende het jaar door vriest en toch in brand staat – dat met kerst geheel lijkt te zijn vergeten - puur om die twee dagen. Geen vettig vloertje als gevolg van overmatig gourmetten, maar een lap tekst dat afkomstig is van mijn oud-ooit-witte-maar-inmiddels-geel-en-befaamde-toetsenbord.

Er zijn mensen die lang op mijn eindejaarsschrijfsel wachten en vervolgens vol lof reageren. Misschien is dat inmiddels wel traditie, onder het mom van ‘zonder column, geen kerst’. Ergens een schuldgevoel, alsof ik de idyllische behoefte van velen even onderuit haal. Ach, ieder geeft zijn eigen invulling aan de kerstdagen, hé? Met 'niets persoonlijks' kom je overal mee weg.

Heb je al plannen met kerst?” vroeg iemand mij enkele maanden geleden. Het antwoord was simpel: “Nee, geen plannen.” - “Oh, komen jullie dan op Tweede Kerstdag hier eten?” volgde er direct. Weer herhaalde ik dat ik geen plannen had. Het leek echter niet door te dringen.

Miscommunicatie, ik snap het wel. In mijn hoofd ontplooide zich ondertussen een draaikolk van gedachten die een psycholoog ongetwijfeld zou interesseren. Voor de volledigheid: die vraag kwam begin september. Maar nee, ook nu, maanden later, heb ik nog steeds geen plannen met kerst. En dat houd ik graag zo.

Tijdsprongetje naar begin november. Diezelfde persoon stuurde ik een foto van mijn al opgetuigde kerstboom. “Oh, dat is wel vroeg, hè?” reageerde diegene. Mijn antwoord: “Wacht even, was jij niet degene die in september al vroeg of we met kerst bij je kwamen eten? Wat bedoel je dan precies met ‘vroeg’?” Sindsdien blijft het stil.

De kerstdagen naderen weer. Voor velen is dat hét hoogtepunt van het jaar: gezellig samen eten met de hele familie. Vermomd in outfits die normaliter stof staan te happen in een muffe kast, schuift men aan bij een lange tafel om volgens het boekje te genieten van een driegangenmenu. Ineens heeft de kok des huizes wél zin om uitgebreid te koken – “want kerst.

En, de vensterbank? Ieder jaar minder vol. Kerstkaarten zijn uit de gratie geraakt. Toch voel je soms die steek van schuld: “Want ik heb jóu wél gewoon een kaart gestuurd!” Vooral dat woordje ‘gewoon’. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is om kartonnen kaartjes te kopen met een voorbedrukte boodschap – zo onpersoonlijk als het maar kan – en daar vervolgens ook nog de ieder jaar duurder wordende postzegel voor te betalen. Commercie, hè?

Ooit kreeg ik een kerstkaart met een stempel als ondertekening van een heel gezin. Geen namen, geen persoonlijke boodschap, gewoon een stempel. Jaren later kan ik daar nog steeds om lachen. Vergeet de handgeschreven kerstkaarten van beide kantjes vol - misschien was de stempelkaart nog wel de meest unieke kaart die ik ooit ontving.

Kerst is ondertussen onherkenbaar veranderd van zijn oorspronkelijke gedachte naar een commercieel circus. En in Nederland doen we er een schepje bovenop: wij vieren het gewoon twee dagen. Amerikanen vinden dat maar vreemd. Overigens, niet om moeilijk te doen, maar Jezus is helemaal niet geboren op kerstavond. Basiskennis, of op zijn minst een simpele fact-check.

Terug naar de hysterie. Supermarkten transformeren in een slagveld. Mensen manoeuvreren haastig door de gangpaden, alsof een nieuwe corona-lockdown elk moment kan worden afgekondigd. Vlees wordt in kerstboomvorm geperst, kerstmuziek galmt door de speakers, en het eeuwige ‘Feliz Navidad’ klinkt op repeat – een nummer dat in drie minuten niet meer dan vier zinnen herhaalt.

Deze week ga ik naar de kapper, al hik ik er een beetje tegenaan. Niet vanwege het knippen zelf, maar vanwege het onvermijdelijke: de kappersvraag der kappersvragen. “Nog iets leuks doen met kerst?” Of: “Even naar de kapper om er mooi uit te zien voor de feestdagen?

Zal ik zeggen dat ik gewoon elke zes weken ga, zonder kerst als excuus? Of zal ik doen alsof ik de vraag niet hoor? Ach, kapperspraat. Iedereen die deze dagen in de stoel plaatsneemt, krijgt 'm voorgeschoteld.

Nee, voor mij dit jaar wederom geen kerstviering. Voor mij blijft het gewoon 25 en 26 december. Twee dagen die samen met alle andere 363 dagen, deel uitmaken van het jaar. Dát is voor mij inmiddels traditie. Zoals Hallmark mij indirect via tussenpersonen wenst: “Prettige dagen” - en daarmee ben ik ook tevreden.